Drugs en de hersenen
In 1976 ontstond mijn belangstelling voor de werking van drugs en de hersenen, door de opdracht van het ministerie van Volksgezondheid en de gemeente Amsterdam voor een literatuurstudie naar de Voor- en nadelen van het verstrekken van heroïne en methadon aan heroïneverslaafden. De basis voor de drugs-drives-analyse is toen gelegd.
Ik was vooral geïntrigeerd, doordat bekend was geworden dat hersenen hun eigen drugs maken. De vraag was, met welk doel de hersenen deze stoffen maakten en hoe je deze processen zelf kunt beïnvloeden. Met deze vragen ben ik steeds bezig gebleven, naast werk en privé-activiteiten.
De voornaamste activiteiten en publicaties op dit gebied zijn:
- Verstrekking van heroïne en methadon; een literatuuronderzoek, SWOAD, in opdracht van gemeente Amsterdam en het ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiene, 1977.
- Adviseur ‘Nationale heroïne symposium’; 24 november 1977, Amsterdam
- Economische en epidemiologische modellen om ontwikkelingen in het heroïnegebruik te analyseren; M. Brandes en J.D. van der Meulen; TADP 1978, 4/4.
- Op eigen houtje afkicken; R. Brandsma en M. Brandes; Amsterdamse belangenvereniging druggebruikers MDHG, 1987.
- Kennismakingsweek met het werk van de verslaafdenopvang bij de Regenboog, Amsterdam, 2000
- Een verklaringsmodel voor verslaving aan opiaten; oneigenlijk gebruik van een zinvol vermogen tot verslaving?; een theorie over verslaving aan opiaten gebaseerd op onderzoek van wetenschappelijke literatuur; M. Brandes, Amsterdam, 1978/2000
- Moderator EN-meeting-sessie Doorwerth, 2000 Sensitization and natural reward mechanisms in addiction(s) (met het Rudolf Magnus Instituut, Utrecht en de VU, Amsterdam)
- Moderator ENP-meeting-sessie Doorwerth, 2006 Specific coupling of addictive drugs and drivesystems (met prof. dr. J.M. Van Ree, Rudolf Magnus Instituut, Utrecht).