Waar Coornhert vóór was en waar tègen
Zie: Dirck Volckertsz Coornhert: Dwars maar recht
Vóór: de onzichtbare kerk
Hij heeft voor ogen: de onzichtbare kerk van alle wedergeborenen’; de enige werkelijk universele, ‘katholieke in letterlijk zin’, kerk. Deze vormen een doorsnede van alle christelijke stromingen; zij streven naar een diepere kennis van God en zichzelf. Als de hoofdsom van de ware religie beschouwt hij 'die wet der natueren, die ghebiet alle menschen te doen aan ander, dat elck gaerne van een ander ghedaen soude sijn'
Vóór: de volmaakbaarheidsidee
Deze is niet eschatologisch, de mens kan volmaakt worden gedurende zijn aardse bestaan Ze moet niet verward worden met de onthechting aan de aardse werkelijkheid zoals mystieke stromingen die kennen. Voor Coornhert leeft de volmaakte mens met beide benen op de grond, in het midden van een samenleving waaraan hij actief deelneemt (pg 25).
Vóór: geestelijke vrijheid en verdraagzaamheid; gewetensvrijheid
Galaten 5:1 ‘Staat dan in vrijheid met welke Christus ons vrijgemaakt heeft en wordt niet weder met het juk der dienstbaarheid bevangen’ (Paulusbrief aan de Galaten). Op grond van deze brief zal Coornhert elke poging om de geestelijke vrijheid van de mens te beperken scherp aanvallen. GODSDIENSTVRIJHEID is voor hem letterlijk een ‘RECHT VAN DE MENS. Het ontbreken van godsdienstvrijheid leidt tot atheïsme en VERWILDERING. Pluriformiteit veroorzaakt geen maatschappelijke chaos, integendeel! De staat vaart juist zeer wel bij de godsdienstvrijheid. De staat heeft dan ook de taak te HANDHAVEN zonder zich met inhoudelijke geloofsinhoud te bemoeien. Want een staat die deze gedragsregel laat varen vervalt zonder pardon in geweld en tirannie.
Katholieke inquisitie of protestantse ketterjacht: lood om oud ijzer. Vrijheid van godsdienst: alleen de gulden regel die ook de wet van de natuur is, kan dit bewerkstelligen. In Synodus of van der Conscientien Vryheyt (1582), hoort Gamaliël, de verzoener die de debatten voorzit de argumenten van alle partijen aan om uiteindelijk een vreedzame, irenische regeling voor te stellen, waarbij gewetensvrijheid voorop staat.
Vóór: het redden van het schip der staat door eenheid; niet leven in slavernij
Door verdeeldheid lopen velen over naar het Spaanse kamp. Wie niet in slavernij wil leven zal moeten kiezen voor een inheems vorst (Willem van Oranje), een trouwe verstandige vorst met liefde voor de Nederlanden. Deze kan de onderlinge verdeeldheid misschien verminderen. Voor een verstandig inheems hoofd met weinig onderbevelhebbers, die als dictator kan optreden in deze tijd van grote nood.
Vóór: puristische taal en dichtkunst
.. want de tale is een vroedwyf der zinnen, een tólck des herten ende een schildery der ghedachten, die anders binnen de mensche verborgen ende onzichtbaar zijn…
Tègen: de zondenleer
Want met de erfzondeleer valt of staat de mogelijkheid van de mens om gedurende het aardse leven volmaaktheid te bereiken (erfzonde is een leerstuk bij calvinisten en luthersen uit die tijd). Zonde is de afwezigheid van 'heil' (en kan onmogelijk als zodanig geschapen zijn). De meeste mensen gebruikenn hun verstand niet. De mens is zelf schepper en verrichter van de zonde. In de mens bestaan goed en kwaad naast elkaar; gewikkeld is hij in een strijd die slechts geleidelijk door het goede gewonnen kan worden.
Tègen: predestinatieleer
Als de mens wat hij ook doet, hoe hij ook leeft, niets aan zijn uiteindelijke bestemming kan wijzigen, wordt hij aan de (verborgen) grillen van een afschuwelijk lot over gelaten. Op dit punt staat hij tegenover Beza’s (VézelY, F, 1515 - Genève, 1606)): ‘de predestinatie is het enige fundament der zaligheid’ en stelt Coornhert dat Christus het enige fundament der zaligheid is. De mens is niet geschapen ‘ter ere Gods’ maar om zalig te worden. Daar is de mens ook toe in staat, mits hij de goddelijke genade aanvaardt en zich uit eigen vrije wil door Christus uit zijn begeerten laat verlossen.
Deze vermenging van de christelijke deugdenleer, de mystiek van het kennen van God en van zich zelf èn het stoïcijnse standpunt over de begeerten, betekende een fel verschil tussen Coornhert en de gangbare calvinistische zondenleer.
Tègen: het juk der dienstbaarheid
Zie: Vóór geestelijke vrijheid en verdraagzaamheid; gewetensvrijheid
Tègen: het ketter-doden
Hij richt zich tegen Beza en Calvijn's 'henluyden doodlycke lere van't ketterdoden'. Hij wil zelf niet graag in godsdienstig opzicht gedwongen worden en het zou erg zijn wanneer hijzelf iemand dat zou verhinderen. Het is tegen de 'wet van de natuur',(de hoofdsom van de ware religie) die gbebiedt alle mensen te doen aan een ander, dat elck gaerne van een ander ghedaen soude sijn'
Tègen: secten en godsdienstige tweedracht
Het vervolgen van ketters, het willen uitroeien van anders-denkenden, is onaanvaardbaar. Op grond hiervan is Coornhert fel tegen secten. David Joris, een vriend, is fel bestreden door Coornhert: hij ging zichzelf zien als een derde profeet na Mozes en Christus. Zelf wil hij ook geen volgelingen (desondanks wordt van ‘coorhertisten’ gesproken).
Tègen: lang vergaderen
Remedie? Een verstandig inheems hoofd met weinig onderbevelhebbers, die als dictator kan optreden in deze tijd van grote nood. Het schip der Nederlanden kan nog worden gered door maatregelen.
Tègen: andersgelovigen vervolgen omwille van de geloofseenheid binnen de staat
Lipsius 'Politica' (1589), waarin Lipsius het recht van de overheid erkent om andersgelovigen te vervolgen terwille van de geloofseenheid binnen de staat