Alteratie in Amsterdam na opstand in 1578
De Alteratie is de naam voor de omwenteling in Amsterdam op 26 mei 1578 toen de katholieke stadsregering werd afgezet. Handelsbelangen speelden een belangrijke rol bij de ommezwaai, omdat Amsterdam geïsoleerd raakte en andere steden de handel over dreigden te nemen. Er is niemand gewond geraakt, gedood of gemolesteerd. Op 29 mei werd een nieuwe raad gevormd, bestaande uit dertig Calvinisten en tien katholieken. Al na enkele maanden zijn plannen gepresenteerd om de stad en de haven aan de oostkant uit te leggen (Lastage) en een nieuwe verdedigingswal (Oude Schans) aan te leggen.
VOORGESCHIEDENIS
Na de Pacificatie van Gent in 1576 moest Amsterdam zich onderwerpen aan Oranje en de Staten van Holland, maar de stadsbestuurders wilden de koning trouw blijven en waren erop tegen dat de gereformeerde godsdienst de heersende religie zou worden. Pas toen de nieuwe landvoogd Don Juan de Pacificatie had erkend, volgde Amsterdam zijn voorbeeld. Er volgden langdurige onderhandelingen over de Satisfactie: door dit verdrag zou de stad onder het gezag van Oranje en de Staten komen. Uiteindelijk tekende de stadsregering, na een inval van geuzen in de stad in december 1577 deze overeenkomst op 8 februari 1578.
Amsterdam was in 1578 een belangrijke stad die nog niet tot de Prins was overgegaan. De oorlog was kostbaar en een aantal steden dreigde af te haken. Tijdens de Satisfactie verzoende de stad zich met de overige steden van Holland. Niettemin steeg de spanning en er ontstond onenigheid met de burgemeesters over de leiding van de schutterij. In alle steden speelde de kwestie van godsdienstvrijheid: honderd protestantse families leverden het recht op bijeenkomsten. Na een hagepreek raakte de zaak in een stroomversnelling.
OPSTAND
Een commissie van oude Geuzen en een grote groep voormalige ballingen, vaak met grond en pakhuizen op de Lastage, belegde een vergadering. De volgende dag werd de Dam afgezet. De vroedschap werd naar het Damrak geleid, waar schuiten gereed lagen. De vrouw van ene Hendrick Dircksz. liet nog een paar schone hemden brengen, maar deze burgemeester vreesde een spoedig einde en zond zijn goeie goed terug. Op 26 mei 1578 werden vierentwintig vroedschapsleden, waaronder de Haarlemse proost Jacobus Zaffius, die toevallig die dag Amsterdam bezocht, de stad uitgevoerd, en tegen de verwachting in ergens aan de Diemerzeedijk aan land gezet. Ze vestigden zich in Haarlem of Leiden of keerden later stilletjes terug.
Ook de gehate bedelende Franciscanen werden in optocht de stad uitgevoerd. Het volk uitte zijn woede op het klooster in de Bloedstraat van deze minderbroeders, die - naar men geloofde - na het uitvoeren van het vonnis een bloedmaal aten.[2] (Volgens de geschiedschrijver Melchior Fokkens (1661) zou Alva daar zijn bloedraad gehouden hebben.) De overige kloosterlingen in de stad mochten blijven en kregen een uitkering. De kloosterlingen waren rijk en bezaten veel grond; sommige kloosters werden nauwelijks bewoond.
GEVOLGEN
Als resultaat van de Alteratie gingen de parochiekerken en kapellen over in handen van de protestanten en kregen nieuwe namen. Zo werd de oudste parochiekerk van de stad, de St. Nicolaaskerk, omgedoopt tot Oude Kerk en de Heilige Stede werd de Nieuwe Zijds Kapel. De Nieuwe Kerk werd eerst na een kleine beeldenstorm in september door de Calvinisten overgenomen. De vele kloosters in de stad kwamen in handen van het nieuwe stadsbestuur en kregen nieuwe (niet-religieuze) bestemmingen, zoals wees- of tuchthuis. De kostbare boeken werden verzameld in de Nieuwe Kerk.
Tekst over Alteratie op site van dej Katholieke kapel (huiskerk) op Begijnhof
Tot 1578 was Amsterdam een overwegend rooms- katholieke stad, met twee grote parochiekerken, zes kapellen en vele kloosters. De verering van het Sacrament van het Mirakel bracht jaarlijks een levendige jaarmarkt met zich mee, waarbij duizenden pelgrims naar de stad kwamen en voor een bloeiende economie zorgden.
In Amsterdam verzetten de protestantse hervormers zich vooral tegen de ‘afgoderij’ van de Hostie en de ‘roomse opvatting’ van de Heilige Mis. De prinsgezinde calvi- nisten wonnen het tenslotte en op 26 mei 1578 deed de Alteratie het tij keren. In een onbloedige revolutie namen de protestanten de macht in Amsterdam van de katho- lieken over en werden de katholieke magistraten afgezet. Bovendien werd het de katholieken verboden om openlijk hun geloof te belijden, hetgeen zoveel betekende dat alle eigendommen van de katholieke kerken en kloosters door de overheid in beslag werden genomen. De ijver van de predikanten om ieder huis dat voor ‘Paepsche afgoderij’ gebruikt werd, te melden bij de overheid, was groot. Maar de overheid maakte in beperkte mate gebruik van geweld en strengheid. Ook de Begijnen moesten hun kerk op hun Hof afstaan. Deze kerk werd aan de Engelsen gegeven en heet sindsdien de ‘Engelse Kerk’. Maar de katholieken richtten ‘huiskerken’ op om toch hun geloof te kunnen belijden. De naam ‘schuilkerken’ ontstond pas in de 19e eeuw.