CORNELIS DREBBEL




250px-Drebbel_Van_Sichem_ca_1631_grootCornelis Jacobsz. Drebbel (Alkmaar, 1572 – Londen, 7 november 1633) was actief op vele gebieden. Van graveur ontwikkelde hij zich tot bouwer van allerlei innovaties, zoals fonteinen en "speciale effecten" op maskerades. Drebbel was een pionier op het gebied van meet- en regeltechniek. Bij leven was Drebbel al legendarisch als bouwer van een perpetuum mobile, de eerste microscoop en een onderzeeboot.


Hij bezocht een aantal jaren de Latijnse school, maar volgde geen universitaire opleiding. Als jongeman ging hij rond 1592 in de leer bij de beroemde graveur Hendrick Goltzius in Haarlem die samen met de schrijver en schilder Karel van Mander en de schilder Cornelis Cornelisz van Haarlem een Academie had. Goltzius hield zich ook met alchemie bezig en was ongetwijfeld degene die Drebbel hiermee in aanraking bracht. Drebbel trouwde in 1595 met Sophia Jansdochter, een van Goltzius' jongere zusters. Drebbel graveerde een aantal fraaie prenten: De zeven vrije Kunsten en in 1597 een kaart van de stad Alkmaar.





Aan het Engelse hof
Einde 1604 vertrok hij met zijn gezin naar Engeland. Zij kregen woonruimte in Eltham Palace. Daar demonstreerde hij zijn perpetuum mobile en klavecimbels die op zonne-energie speelden. Drebbels' vaardigheden maakten daar grote indruk. Ze ontleenden hun werking aan wisselingen in temperatuur en luchtdruk en waren uiteraard geen perpetua mobilia in de strikte fysische zin des woords. In datzelfde jaar werd hij door Jacobus I (1566-1625) aan het hof aangesteld. Drebbel kwam in dienst van kroonprins Henry, prins van Wales, als een van diens leraren. Ook werkte hij waarschijnlijk aan de maskerades die regelmatig werden opgevoerd en waaraan de koning en vooral zijn vrouw Anna deelnamen. Drebbel zou dan de speciale effecten verzorgd hebben, zoals fonteinen, speciale belichting - onweer en bliksem - en beelden die spraken of uit de wand naar voren kwamen.



Contact met Constantijn Huygens en Francis Bacon
In Eltham Palace was Constantijn Huygens, vader van Christiaan, een regelmatige bezoeker. Tussen 1621 en 1624 was Huygens werkzaam aan de Nederlandse ambassade. Van Drebbel kocht hij een camera obscura en een microscoop. Over de eerste ontmoeting schreef Constantijn Huygens:
Van Drebbel heb ik slechts een glimp mogen opvangen, de geleerde die oogde als een Hollandse boer, maar spreken kon als de wijzen van Samos en Sicilië tezamen.


Later kwam Huygens regelmatig op bezoek bij Drebbel. Mede door deze contacten had Constantijn Huygens een sterke interesse in optica, een interesse die hij overdroeg op zijn zoons. Zijn zoon Christiaan had een boekje van Drebbel in bezit.


Een andere bezoeker aan Eltham Palace was Sir Francis Bacon. Hij is de bedenker van een nieuwe manier van leren, beschreven in zijn boek Nova Organon en schrijver van het boek Nova Atlantis over een utopische maatschappij, waar 'toegepaste wetenschappen' het leven van de inwoners aangenamer maken. In dat boek komen vele zaken voor die door Drebbel werden geconstrueerd, zoals een zonne-energiesysteem waarmee Londen verwarmd kan worden en waarmee men kan koken, een eierbroedmachine, schoonwatervoorziening, een schip waarmee men onder water varen kan en airconditioning.


Onderzeeër
Drebbels bekendste constructie is de onderzeeër, waarmee hij tussen 1620 en 1624 proeven deed. In zijn model van 1620 voeren twaalf mannen een uur of drie onder het wateroppervlak van de Theems, van de Tower of London naar Greenwich. Volgens verslagen van tijdgenoten had Drebbel een onbekende "quintessens van lucht" in flessen aan boord genomen, en die flessen deed hij af en toe open om de lucht inadembaar te houden.[14][15] Om opnieuw zuurstof in de onderzeeër te krijgen, heeft Drebbel waarschijnlijk zuurstof gegenereerd door verwarming van salpeter (kaliumnitraat of natriumnitraat) in een metalen pan, een proces waarbij zuurstof vrijkomt. Het zou ook het nitraat veranderd hebben in natrium- of kaliumoxide of hydroxide. Dat kan verklaren waarom Drebbels mannen niet zo sterk werden beïnvloed door de opbouw van kooldioxide als kon worden verwacht. In het dagboek van Isaac Beeckman werd in 1620 deze eerste onderwatervaart vermeld.




Microscoop & Telescoop
Drebbel ontwierp en gebruikte onder meer een automatische lenzenslijpmachine. Rond 1622 werden Drebbels telescopen en microscopen door heel Europa verkocht door zijn twee schoonzoons, de gebroeders Kuffeler. Zo deed de Fransman Nicolas-Claude Fabri de Peiresc (1580-1637)], wetenschapper en staatsman, en een relatie van Galileo Galilei, rond 1622 de eerste waarnemingen met Drebbels microscoop.




Chemie
Verder hield Drebbel zich bezig met de praktische kant van de alchemie, het destilleren, sublimeren en kristalliseren en droeg daarmee bij aan de ontwikkeling van een nieuwe tak van wetenschap, de scheikunde. Zo ontwikkelde hij een verbeterde kleurstof, karmijn ofwel cochenille, die tot ver in de 19e eeuw werd gebruikt. Zijn twee dochters Anna en Catharina en de schoonzoons Abraham en Johannes Sibertus Kuffeler zetten met deze vinding een ververij op. Het recept van het color Kufflerianus werd zorgvuldig geheimgehouden en de fel rode kleur veroverde Europa.


Hoewel in de wetenschapsgeschiedenis vaak Joseph Priestley genoemd wordt als de ontdekker van zuurstof, is het waarschijnlijk dat Michael Sendivogius dit 153 jaar eerder al deed. Sendivogius ontdekte dat bij verhitten van salpeter het 'elixer van het leven' vrijkwam, zuurstof. Cornelius Drebbel zou dit idee in 1624 oppikken om zijn duikboot gedurende langere tijd onder water te kunnen laten varen. 


Publicaties van Drebbel, door heel Europa gelezen en tweehonderd jaar herdrukt.
Wonder-vond van de eeuwige bewegingh, door een eeuwigh bewegende gheest, in een cloot besloten, te weghe ghebroght heeft..., 1607 Alkmaar : uitgever Gerrit Pietersz. Schagen, Regionaal Archief, Alkmaar
Van de natuere der elementen, 1621
De Quinta Essentia Tractatus, 1621


Wikimedia Commons heeft meer mediabestanden die bij dit onderwerp horen in de categorie Cornelius Drebbel.
Een maankrater (coördinaten 40,9° Z, 49,0° W) draagt de naam Drebbel
Het instituut voor mechatronica van de Universiteit Twente is genoemd naar Drebbel
Cornelis Drebbel 'speelt' ook in de Nederlandse stripreeks Gilles de Geus door Hanco Kolk en Peter de Wit. Hij wordt er opgevoerd als een soort van maffe uitvinder. Ook komt Drebbel in Starwars, de animatiefilm Sealab en de film de drie Musketiers voor
Hr. Ms. Cornelis Drebbel is een depotschip bij de Nederlandse onderzeedienst
In het Hermitage van St. Petersburg hangt in de Van Dijckzaal een portret dat waarschijnlijk Drebbel voorstelt[
Straat op de campus van de Technische Universiteit in Delft, de Cornelis Drebbelweg

Drebbel en het Corpus Hermeticus
Ontleend aan http://www.dbnl.org/tekst/berk003voet01_01/berk003voet01_01_0002.php over Simon Stevin:
Drebbels faam werd in de Republiek uitgedragen door zijn stadgenoot Cornelis Pietersz. Schagen. Deze autodidact in de theologie én de werktuigkunde gaf in 1607 een opmerkelijk boekje uit: Wondervondt van de eeuwighe bewegingh die den Alckmaersche Philosooph Cornelis Drebbel door een eeuwigh bewegende gheest in een Cloot besloten te weghe gebrocht heeft. De hoofdinhoud van dit boekje bestaat echter uit ‘een Boeck Pymander, beschreven van Mercurius driemael de grootste’. Het was dus een Nederlandse vertaling, de eerste die verscheen, van het belangrijke, neo-platoonse, magisch-occulte Corpus Hermeticum (vaak Poimander genoemd naar het bekendste tractaat uit het Corpus). De hermetische geschriften werden toegeschreven aan de legendarische Hermes Trismegistus, die vóór Mozes en Plato geleefd zou hebben en voor beiden de voornaamste inspiratiebron zou zijn geweest. Het Corpus Hermeticum nam in de filosofie van de Renaissance een belangrijke plaats in, maar in de Republiek schijnt die magische filosofie slechts van marginale betekenis te zijn geweest. Hier beheersten nuchtere ingenieurs het terrein.