S.H. CARDINAEL (Harlingen,1578-Amsterdam,1647),
SCHOONVADER VAN  J.H. GLAZEMAKER (1619-1682),
DESCARTES-en SPINOZA-VERTALER
BIJ RIEUWERTSZ

 

De wiskundige Sybrandt Hansz Cardinael (1578-1647) (samen met Samuel Coster, 1579-1665), een van de grondleggers van de Eerste Nederduytsche Academie, locatie Schouwburg, Keizersgracht, die spoedig vanwege figuren als hij moet worden gesloten) heeft een school in de Nieuwe Nieuwstraat 20. Via Cardinael, zijn schoonvader, zal Jan Hendrik Glazemaker (1620-1682) de vertaler worden van Descartes (daarmee gaat het werk naar uitgever Riewertsz).

Cardinael leefde van de wiskunde. Hij was landmeter en ‘wijnroeier’. Dit betekende dat hij met een peilstok kon bepalen hoeveel wijn er nog in een bol vat zat. Hij gaf ook les in een eigen schooltje te Amsterdam. In de 17de eeuw was er in die stad veel vraag naar wiskundige kennis. Onder kaartenmakers bijvoorbeeld, en onder zeelieden, want sterrenkunde viel in die tijd ook onder de wiskunde.


In 1614, of misschien een paar jaar daarvoor, verscheen er in Holland een reeks meetkundige vraagstukken. Hondert geometrische questien met hare solutien heette die verzameling van Sybrandt Hansz Cardinael.


De Hondert geometrische questien waren bedoeld om van te leren, en ze sloegen aan. In 1644 kreeg de jonge Christiaan Huygens een brief van zijn wiskundeleraar Jan Stampioen jr. met de tip om vraagstukken uit Cardinaels boek te maken.

Voor een 21ste-eeuwse lezer is de wiskunde van Cardinael even wennen. In de Hondert geometrische questien houdt hij zich consequent aan de meetkundige aanpak die Euclides al in de 3de eeuw v. Chr. had beschreven en die weinig lijkt op de wiskunde van nu.

In Cardinaels tijd was een algebraïsche aanpak van meetkundige problemen in opkomst, maar hij moest daar niets van hebben. Euclides had de meetkunde een degelijke, logische fundering gegeven, maar iets dergelijks ontbrak voor de algebra. Veel wiskundigen wantrouwden de algebra daarom, onder wie Cardinael.

Ook in de sterrenkunde was Cardinael behoudend. Ondanks zijn (achteraf bezien) wat conservatieve stellingnames had Cardinael veel invloed. Vooral met de Hondert geometrische questien. Vondel achtte hem zo hoog, dat hij Cardinael de ‘Vriesche Euclides’ noemde. Cardinael had Friese wortels, vandaar.

Het is mogelijk dat Constantijn Huygens, een van de twee beschermheren (de andere was Louis de Geer) van Descartes een rol heeft gespeeld, dat de vertaling van Descartes na diens dood in 1650 via Cardinael bij Glazemaker en Riewertsz tercht is gekomen.


Christiaan Huygens gaat in Breda wiskunde studeren De stad waar Descartes (1596-1650) in 1618 Isaac Beeckman (1588-1627) ontmoette, die hem mogelijk op het spoor van zijn methode zette. Ook de stad waar zijn oom burgemeester is geweest.