Antonio Damasio ‘Het zelf wordt zich bewust, hersenen bewustzijn, ik' (Engels: 'Self comes to mind: constructing the conscious brain') Wereldbibliotheek, 2010
Damasio's 'Het zelf wordt zich bewust; hersenen, bewustzijn, ik’
is een vernieuwend boek dat is gebaseerd op eigen onderzoek vanuit de neurologische kliniek. De neuroloog schreef ook 'De vergissing van Descartes - Gevoel, verstand en het menselijk brein' (1994), 'Ik voel dus ik ben-Hoe gevoel en lichaam ons bewustzijn vormen' (1999) en 'Het gelijk van Spinoza - Vreugde, verdriet en het voelende brein' (2003). Aan de hand van zijn onderzoek wijst hij in dit boek zeer specifieke hersengebieden en hun functies aan; juist gebieden en functies die specifiek zijn voor de mens. De gebieden van Coornherts 'vonckxen van het goddelijk licht': het bewuste denken van de mens. Op basis van het onderzoek zegt hij, dat er meer 'vrije wil' is dan hij vroeger dacht (zie rechts).
Hoewel het boek vrij technisch is, is het ook voor een niet neuro-wetenschapper te volgen als deze de technische benamingen overslaat. Het boek kan in verband worden gebracht met Spinoza's vroege werk 'Verhandeling over de verbetering van het verstand', waarin Spinoza beschrijft hoe hij op pad gaat om de wereld te ontdekken en waarop hij zich vooral zal richten (onze eigen natuur als mens en van de Natuur, de hele wereld, zoveel als nodig is). Damasio geeft vanuit de meest recente stand van de neurowetenschappen (2010) inzicht in het aandeel en samenspel van verschillende onderdelen van het brein. Anno 2013 zet zich dit voort in de aandacht van de neuro-wetenschap voor de flexibiliteit van de mens(en): naast 'wij zijn ons brein' staat 'wij worden ons brein'.
Samenvatting van 'Het zelf wordt zich bewust'
Je kunt niet echt zeggen dat er in het brein een centrum is. Niet dit of dat centrum is de baas. Er vindt een voortdurend samenspel plaats, waarin het hele lichaam een rol speelt. En via het lichaam de omgeving. Met electrische pulsen worden verbindingen razendsnel gelegd en gecoördineerd.
Al de meest eenvoudige dieren, zelfs planten, ‘streven’ naar zelfbehoud van zichzelf en/of de soort en hebben daar systemen voor, meestal homeostatische systemen. De hersenstam speelt de hoofdrol in de homeostase. De systemen kunnen reageren op en in wisselwerking met ervaringen van de omgeving. Deze systemen zitten zo in elkaar dat er een homeostatisch ijkpunt is én een systeem waarmee het lichaam tegenreacties kan ontwikkelen wanneer daarvan te ver wordt afgeweken. Bij eenvoudige dieren gaat het reageren automatisch. Dit heeft zich van jongs af aan ontwikkeld doordat in de wisselwerking van deze systemen met de omgeving specifieke kennis van de omgeving in het dier wordt vastgelegd. De kennis is gekoppeld aan de homeostatische systemen. Reactiepatronen van dieren en mensen zijn vergelijkbaar, ook gezichtsuitdrukkingen. Bepaalde gezichtsuitdrukking bij dieren zijn gelijk aan die horen bij menselijke emoties. Emoties kunnen als onderdeel van de automatische piloot van de mens worden beschouwd. Dat, wat verbonden is geraakt aan positieve emoties, wordt gezocht; hetgeen verbonden is geraakt aan negatieve emoties, wordt van nature vermeden. (Dit is ook bij Spinoza te vinden.)
In de loop van de evolutie is in bepaalde dieren al een zekere aanzet zichtbaar van hetgeen bij de mens tot grote omvang en complexiteit is ontwikkeld. De mens legt ervaringen vast in autobiografische voorstellingen. Naast de automatische reactie op een uitwendige prikkels heeft zich bij de mens een systeem ontwikkeld op basis van de autobiografische gegevens, wat zich zodanig onderscheidt van emoties, dat Damasio er een apart woord voor heeft: gevoelens. Het verschil met emoties is dat gevoelens niet direct hoeven te leiden tot acties zoals bij emoties. Zij hebben een trager-werkende uitwerking.
Dat zich deze gevoelens bij de mens hebben ontwikkeld, heeft een aantal mogelijkheden bij de mens geopend:
1 het stelt de mens in staat zich in te leven in een ander:
2. mensen kunnen daardoor naar mate het autobiografische geheugen zich heeft ontwikkeld meer dan dieren op de langere termijn plannen en meer plannen in interactie met anderen.
Als de mens wakker wordt, is er (op uitzonderingen na) bewustzijn. Is er een plek waar het bewustzijn zetelt? Een plek die samenvalt met het gevoel een eigen ‘ik’ te zijn? Tot zijn eigen verbazing vindt Damasio zo'n plek: in de posteromediale cortices (PMC). De niet-neurowetenschapper zegt zo’n benaming weinig, maar van belang is te begrijpen, waar de plek is gelocaliseerd ten opzichte van de andere breinfuncties. De hersenen bestaan uit 1. de oude breingedeelten, het oudste is de hersenstam, dus de plek waar de homeostatische processen zijn gelokaliseerd en 2. de nieuwere gedeelten, de hersenschors met aan de voorkant de prefrontale kwabben. In dit gebied wordt vooral het denken en plannen gelokaliseerd. Er zijn veel ervaringen opgeslagen. Daar tussenin zitten een aantal intermediërende functies, die een tussenstation vormen naar de rest van het lichaam. De PMC zijn gelegen in deze in het midden van het brein gelegen overgangsgebieden maar dichtbij de gebieden van oudere datum, dus dichterbij de hersenstam dan bij de prefrontale cortex (het 'plan'gebied).
Damasio en Spinoza
Damasio geeft met het boek nader en nieuw inzicht in de manier waarop de hersenen werken. Waar vorige boeken expliciet naar Spnoza verwezen, heeft hij het hier alleen zijdelings over 'mijn vriend Spinoza'.
In de 'Verhandeling over de verbetering van het verstand', op jonge leeftijd geschreven, neemt Spinoza zich voor te gaan zoeken naar 'ware kennis'. Naar de kern van wat belangrijke kennis is. Dit is de kennis die hij en iedereen in zich draagt en waarvan we ongeveer weten wat deze inhoudt, maar niet precies. Het is zijn doel deze kennis te vergroten samen met anderen.
De hersenlocatie voor deze innerlijke kennis, de plek van waaruit steeds wordt gepoogd de beste innerlijke norm te bereiken (Verhandeling over de verbetering van het verstand 69/70, vert Verbeek, pg 62), is meest waarschijnlijk dezelfde als Damasio's plek waar de homeostatische processen zich afspelen. Dus in de buurt van de oude hersenstam. In Spinoza's tijd sprak men van het 'intuïtieve verstand' en van 'intuïtieve kennis'. Deze kon niet door directe observatie zichtbaar kon worden, maar waarvan Spinoza vooral met behulp van logica al een beeld geeft. Damasio vult het beeld met concrete observaties in.