REACTIE VAN COMENIUS EN SERRARIUS OP MEIJERS 'SCRIPTURA INTERPRES'
Kooimans 'Gevaarlijke kennis 'P 122. Het vorig jaar (!666) was in Amsterdam een boek verschenen waarin er voor werd gepleit om alle theologische geschillen op te lossen door hetzelfde te doen als Descartes had gedaan met de filosofie: helemaal opnieuw beginnen. De anonieme auteur had geconstateerd dat er in brede kring behoefte besind aan overeenstemming over de interpretatie van de bijbel, en aan een vaste, onfeilbare methode daarvoor. De oplossing zou volgens hem kunnen liggen in de methode waarmee Descartes de filosofie had doen opbloeien, namelijk het verwerpen van alle vooroordelen en alleen het onbetwistbare als waar te accepteren. Als de bijbel vanuit dat uitgangspunt zou worden geanalyseerd, zou er geen ruimte overblijven voor onenigheid.
In Holland was over dat boek (Lodewijk Meijer) grote ophef ontstaan., niet alleen onder orthodoxe gelovigen en predikanten, maar ook onder critici als Serrarius en Comenius. Zij hadden wel zorgen over de verdeeldheid van het christendom, maar ze waren het volstrekt oneens met de voorgesteld remedie, die zou inhouden dat het GELOOF ZOU WORDEN ONDERWORPEN AAN HET VERSTAND. Serrurius zag de aanbidding van het gouden kalf van het menselijk verstand als een signaal dat het einde der tijden nabij was. Volgens hem moest het verstand niet met het verstand worden benaderd, maar met de heilige geest, en de heilige geest bezaten alleen de ware gelovigen, die Christus navolgden. In de navolging van Christus was de oplossing gelegen, niet in het navolgen van Descartes. Dat iemand met de methode Descartes zou kunnen doordringen in de bovennatuurlijke zaken was volgens Serrurius uiterst onwaarschijnlijk, aangezien Descartes het zelfs in natuurlijke zaken al bij het verkeerde eind had.