Oprichting Koninklijke Genootschappen

Spinoza's briefwisseling met 'spinnen in het wetenschappelijke web'

 

Een waardevolle aanvulling op Spinoza’s werken vormt de Briefwisseling. Staan onder ‘a’damse spinozawandeling’ tal van biografische en historische feiten, op grond van de Briefwisseling kan nog beter worden ingezien wat er inhoudelijk speelde. De relatie van Spinoza met de internationale ‘Republiek der Wetenschappen’, zoals de uitwisseling tussen wetenschappers in de 17e eeuw wel wordt genoemd, speelt bij Spinoza een grote rol. Hoe hij precies in contact kwam met Oldenburg (Bremen 1620 - 1677), de secretaris van de in 1660 opgerichte ‘Royal Society, Koninklijk Genootschap’ is niet bekend, maar waarschijnlijk hebben hierin de collegianten en de internationaal en aanvankelijk vaak ondergronds-opererende boekuitgeverij een grote rol gespeeld. Spinoza’s intellectuele talenten (onder andere ook op het gebied van het slijpen van lenzen, die zeer belangrijk waren in de ‘wetenschappelijke revolutie’ uit die tijd) waren al in de 50-er jaren aan het licht getreden. In de jaren ‘60 is hij een bekendheid, die bezoek krijgt van de spinnen (Oldenburg, Leibniz) in het web van de internationale wetenschappers, die in naam van de koningen ‘Koninklijke wetenschappelijk genootschappen’ oprichtten. Ook buurman Christiaan Huygens was zo’n spin, die vooral de Fransen (Lodewijk XIV) vanaf 1666 hielp om zo’n Frans gezelschap op te richten (op instigatie van Colbert).



Royal Society eerste Koninklijke genootschap
Voorloper was het 'onzichbare genootschap'

De Royal Society was de eerste Academie, waarin de wetenschap bovengronds ging, onder ‘koninklijke’ oprichting, bij aantreden van Karel II. De Royal Society bouwde voortop de Hartlib groep en het latere ‘Onzichtbare genootschap’. De Royal Society wordt op 28 november 1660 opgericht op voordracht van vrijmetselaar en architect Christopher Wren (1632 - 1723).