30-jarige oorlog en de Palts Vrede en wederopbouw
Met de Vrede van Osnabrück werd de Dertigjarige Oorlog in het Heilige Roomse Rijk beëindigd. De keizer erkende het calvinisme als officiële godsdienst binnen het Rijk en onder Zweedse druk gaf hij de Palts terug aan Karel Lodewijk, de zoon van de in 1632 verdreven Frederik V. De Opper-Palts bleef onderdeel van Beieren, net als de oorspronkelijk met de Palts verbonden keurvorstelijke titel, het daarmee verbonden eretitel aartsseneschalk en het het recht om als Rijksvoogd op te treden. Voor de Palts werd een nieuwe, lager in rang staande,keurvorstelijke titel geschapen waarmee het aartsambt van aartsschatmeester werd verbonden. Hiermee werd de Paltsgraaf de achtse keurvorst van het Heilige Roomse Rijk.
Karel Lodewijks politiek was erop gericht om het verwoeste land opnieuw op te bouwen en de torenhoge schulden te saneren. Met belastingvrijstellingen, premies en een strenge tolerantiepolitiek trok hij verschillende religieuze minderheden aan, zoals joden, Franse hugenoten, Poolse socinianisten en Zwitserse mennonieten. De overheidsuitgaven werden door efficiënt bestuur zo laag mogelijk gehouden. Voor 100.000 gulden kreeg de aartsbisschop van Mainz het in 1463 aan de Palts verpande ambt Starkenburg weer terug, waardoor een deel van de schulden snel afgelost kon worden.
De buitenlandse politiek onder Karel Lodewijk was erop gericht om goede betrekkingen met Frankrijk te onderhouden. In 1671 huwelijkte Karel Lodewijk zijn dochter Liselotte uit aan Filips van Orléans, de broer van koning Lodewijk XIV. De verbinding met Frankrijk vormde echter geen garantie voor bescherming in de oorlogen die de zonnekoning tijdens zijn regering begon. Tijdens de Hollandse Oorlog vonden een aantal veldslagen plaats op Paltisch grondgbied. In 1681 liet Lodewijk XIV zelfs de Paltische gebieden op de linker Rijnoever bezetten als onderdeel van zijn Réunions-politiek